In het nieuws

Vermogensrendementsheffing op de schop

Op Prinsjesdag 2015 presenteerde de regering een nieuw Belastingplan. Eén van de afgekondigde maatregelen is de aanpassing van de vermogensrendements­heffing per 2017.

Vermogensrendementsheffing, box 3-heffing of de heffing over het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Drie namen voor hetzelfde. Maar hoe we het ook noemen, het is een belasting die heel wat teweeg brengt. Vrij van kritiek is de belasting nooit geweest, vooral door de hoge belastingheffing. Daarom wordt de regeling per 2017 aangepast.

Hoe zag het oude stelsel er uit?

Bij de introductie van de regeling ging de wetgever ervan uit dat elke spaarder/belegger een rendement van 4% op zijn vermogen moet kunnen behalen. De praktijk is anders. Bijvoorbeeld als we kijken naar de huidige spaarrente, dan bedraagt deze op dit moment nog maar een fractie van deze 4%.

Hoe ziet het nieuwe stelsel er uit vanaf 2017?

  • De vermogensrendementsheffing wordt variabel en afhankelijk van de omvang van het vermogen;  

  • Het vrijgestelde vermogen voor een individu wordt verhoogd van € 24.437,- naar € 25.000,-;

  • Mensen met een relatief klein vermogen betalen door deze aanpassing minder vermogensrendements­heffing. Mensen met een relatief groot vermogen juist meer.

Conclusie

Mensen met een vermogen in box 3 kleiner dan € 245.000,- mogen zich vanaf volgend jaar verheugen op een verlaagde belastingdruk. Zij betalen namelijk in 2017 minder vermogensrendements­heffing dan nu het geval is. Mensen met grotere vermogens gaan echter méér belasting betalen. Hoe houdbaar de (aangepaste) systematiek van de vermogensrendements­heffing is, zal nog moeten blijken.