Amerikaanse aandelenbeurzen gestegen door technologiebedrijven

Wereldwijd stegen de aandelenkoersen met bijna 5%, maar regionaal waren er grote verschillen. Aandelenkoersen in Europa en de Pacific stegen minder dan 2%, in de opkomende markten daalden de koersen zelfs met 1,5%. Door beleggingen goed te blijven spreiden, proberen we de kwetsbaarheid van aandelen in de modelportefeuilles te verkleinen. De Verenigde Staten en Canada hebben op 30 september een handelsovereenkomst gesloten dat in de plaats komt van het NAFTA-verdrag. Hierdoor groeit de hoop dat ook het conflict van de Verenigde Staten met China (en mogelijk Europa) niet verder zal escaleren. De recente heffingen op Chinese producten lijken de beurzen minder te beïnvloeden.

Spanning rond Noord-Korea

Een zorgwekkende ontwikkeling was de opgelopen spanning rond Noord-Korea. Noord-Korea blijft experimenteren met raketlanceringen. Bovendien maken de Verenigde Staten duidelijk dat het land alles doet om de eigen veiligheid en die van haar lokale partners te garanderen. De beurskoersen veranderden uiteindelijk nauwelijks als reactie op de ’oorlogstaal’ uit beide kampen.

De vraag is of beleggers het gevaar van een mogelijk conflict niet willen zien of dat ze denken dat het zo’n vaart niet zal lopen. Zeer kenmerkend was ook het gebrek aan beweging van de Amerikaanse dollar. In het verleden nam de Amerikaanse dollar vaak in waarde toe bij geopolitieke spanningen. Maar dit keer was er bijna geen beweging te zien. Geopolitieke spanningen waren voor ons geen reden om de modelportefeuilles aan te passen.

Geopolitieke spanningen zijn niet nieuw

De dreiging van een conflict tussen landen of in een bepaalde regio spelen al lang. Het Midden-Oosten heeft in het verleden geregeld reden tot zorg gegeven over de hoogte van de olieprijs. De onrust die de ‘Arabische lente’ met zich meebracht, was voor beleggers niet gunstig. Dichter bij huis was het conflict over ‘De Krim’ tussen Oekraïne en Rusland. Dat zorgde aanvankelijk voor een daling van de beurskoersen in Europa.

‘De conclusie is dat beleggers zich niet al teveel zorgen over Noord-Korea maken’

Geopolitieke onzekerheden, zoals de Noord-Koreakwestie, hebben vaak op korte termijn invloed op de beurskoersen. Maar op lange termijn wordt die invloed vaak teniet gedaan. De conclusie is dat beleggers zich niet al teveel zorgen over Noord-Korea maken. En dat is ook wel begrijpelijk; geen enkel land zit immers op een mogelijke nucleaire oorlog te wachten, Noord-Korea noch de Verenigde Staten.

Regionale aandelenrendementen

1 juli 2018 t/m 30 september 2018

+1,3%

Europa

In Europa was de economische ontwikkeling gematigd positief. De ECB heeft geen wijzigingen in het beleid aangekondigd. Bedrijven blijven dus voorlopig profiteren van een lage rente. Wel zijn er zorgen over de financiën in Italië. De nieuwe regering lijkt verkiezingsbeloften zoals het basisinkomen en de verlaging van de pensioenleeftijd te willen nakomen. Italië breekt hier de begrotingsafspraken die met Europa gemaakt zijn. Dus groeide onder beleggers de angst voor een te hoog begrotingstekort en een verder oplopende staatsschuld, nu € 2.400 miljard. Hierdoor is de kapitaalmarktrente fors gestegen.


Mede door deze onrust zijn de aandelenkoersen in Europa dit kwartaal met 1,3% gestegen.

+7,2%

Noord-Amerika

De beurzen in de Verenigde Staten presteerden erg goed, maar 80% van de beursstijging was te danken aan een beperkt aantal technologiebedrijven. Dit legt wel een kwetsbaarheid van financiële markten bloot. Aandelenbeleggers willen profiteren van sterke stijgingen en laten zich verleiden om de soms overgewaardeerde aandelen te kopen. Een groot aantal indexproducten (ETF’s) is zelfs verplicht om te beleggen volgens de samenstelling van een index. Het gevaar schuilt dan ook in het omkeren van het sentiment; dan wil en moet iedereen dezelfde aandelen weer verkopen met mogelijk onevenredige koersdalingen tot gevolg. Positief waren de verder dalende werkloosheid, het hoge consumentenvertrouwen en de handelsovereenkomst tussen de Verenigde Staten en Canada.


Mede door de goed lopende economie zijn aandelenkoersen in Noord-Amerika met 7,2% gestegen.

+1,9%

Pacific

Binnen de Pacific ontwikkelde Japan zich goed. Berichten van de Bank of Japan dat zij het opkoopprogramma zullen uitbreiden, zorgde voor een stijging van de aandelenkoersen tot het hoogste niveau sinds begin jaren negentig. Toch zit hier ook een keerzijde aan, want ondanks maatregelen van de Japanse bank groeit de Japanse economie nauwelijks op eigen kracht. 
Australië moest een klein deel van de sterk gestegen koersen in het tweede kwartaal inleveren.


Vooral door de ontwikkelingen in Japan zijn aandelenkoersen in de Pacific met 1,9% gestegen.

-1,5%

Opkomende landen

De opkomende landen stonden dit kwartaal nog iets onder druk. De angst voor handelsbeperkende maatregelen vanuit de Verenigde Staten speelde nog steeds een rol. Daarbij kwam ook de twijfel of China in staat zal zijn weerstand te bieden aan de Amerikanen en wat de gevolgen zullen zijn voor de groei van de Chinese economie. Ook waren er in enkele landen grote problemen. Voorbeelden zijn Argentinië, dat een hernieuwd verzoek voor hulp bij het IMF moest doen, en Turkije, waar de rente fors is verhoogd om de inflatie te beteugelen.


In de opkomende landen daalden aandelenkoersen met gemiddeld 1,5%.