Analyse en beleggingsresultaten
Tapering centrale banken
Het hoge woord is eruit: tapering. In december kondigden de belangrijkste centrale banken aan in de loop van 2022 de stimuleringsmaatregelen te gaan verminderen. Een sterke economische groei en een hoge inflatie dwongen ze hier min of meer toe. Een aantal centrale-bankbestuurders sprak al openlijk over de noodzaak om de steun af te bouwen. Sommige kleinere centrale banken hadden de rente al eerder verhoogd. Voor veel beleggers kwam deze aankondiging dan ook niet als een verrassing. Een sterke reactie op de financiële markten bleef uit.
“Aandelenbeleggingen kenden ondanks COVID-19 een goed jaar”
Corona en de beurs in 2021
Het jaar begon met de brede beschikbaarheid van een vaccin tegen COVID-19. Dit was ook het begin van een onafgebroken rally op de aandelenbeurzen. Aan het eind van het jaar werden we geconfronteerd met een besmettelijkere variant van het virus, de omikronvariant. De rally haperde wat in de laatste maanden, maar het deed er uiteindelijk niet veel toe. Aandelenbeleggingen kenden ondanks COVID-19 een goed jaar.
Obligatiebeleggingen doen stap terug
Een combinatie van factoren heeft ervoor gezorgd dat veel obligatiecategorieën zowel in het vierde kwartaal als in geheel 2021 een negatief rendement hebben behaald. Allereerst hadden veel beleggers een risk on houding. Obligaties zijn dan mede door de lage couponrente minder in trek. Daarnaast herstelde de wereldeconomie zich sterk van de COVID-19-crisis. Dit leidde tot de verwachting dat centrale banken de opkoopprogramma’s op enig moment zouden gaan afbouwen. Vooruitlopend daarop steeg de kapitaalmarktrente, bijvoorbeeld in Duitsland met bijna 0,4% naar -0,2% (nog steeds negatief) en in de Verenigde Staten met 0,6% naar 1,5%. En de hoge inflatie, al dan niet transitory, zou de rentes wel eens verder op kunnen gaan drijven. Door deze omstandigheden zagen we uitstroom van kapitaal uit de obligatiemarkt.
Het rendement van de obligatiebeleggingen in de modelportefeuilles was in 2021 licht negatief. Het onderwegen van de gehele categorie obligaties heeft daarom gunstig uitgepakt. Door de goede economische ontwikkeling daalde de spread en werd onze investering in risicovollere obligaties beloond. Ook onze keuze om aan inflatie gekoppelde obligaties te selecteren heeft tot een positief resultaat geleid.
Goud en inflatie
De inflatie is wereldwijd in 2021 sterk gestegen. Een reden om in goud te investeren is de bescherming tegen inflatie. Onze goudbelegging is in 2021 door de gestegen US-dollar ten opzichte van de euro met 3,9% gestegen. De gangbare gedachte is dat de huidige hoge inflatie van tijdelijke aard is. Door de COVID-19-crisis is de inhaalvraag extra hoog en zijn er problemen in de toelevering van goederen die leiden tot hogere prijzen. En door de vergelijkingsmethodiek (jaar op jaar) was het inflatiepercentage in 2021 extra hoog ten opzichte van het voorgaande jaar waarin bijvoorbeeld energieprijzen juist daalden.
Grote koersverschillen in regio
Een eindejaarsrally zat er in december mede door omikron niet meer in. Toch liepen aandelenkoersen in ontwikkelde landen in het vierde kwartaal wel nog wat verder op. Daarmee is 2021 een bijzonder goed jaar voor aandelen geworden. Maar wel een jaar met grote regionale en sectorale koersverschillen. Regionaal was Noord-Amerika de koploper waar aandelenkoersen onder aanvoering van de technologiesector gemiddeld 34% zijn gestegen.
De rode lantaarn was voor de groep opkomende landen waar aandelenkoersen gemiddeld met slechts 2,4% stegen. Veel opkomende landen zijn de economische klap door COVID-19 nog niet te boven gekomen. Wel waren er grote verschillen tussen de landen. Tekenend is het contrast tussen de 18% daling van de aandelenkoersen in Brazilië tegenover de stijging van 30% in Argentinië.
“Noord-Amerika was de koploper waar aandelenkoersen onder aanvoering van de technologiesector gemiddeld 34% zijn gestegen”
Onze keuzes voor een brede spreiding over regio’s, voor meer defensieve of ondergewaardeerde sectoren en voor waardeaandelen vinden wij vanuit risicobeperking een waardevol principe. In 2021 had dit echter wel een remmende werking op het hoge aandelenrendement in de modelportefeuilles.
Regionale aandelenrendementen
1 oktober 2021 t/m 31 december 2021
Europa
MSCI Europe Index
+7,7%
In Europa waren de ogen gericht op de ECB. Want wat zou voorzitter Lagarde voor Europa in petto hebben na haar uitspraak in september: “This lady isn’t tapering”. In de decembervergadering gebeurde uiteindelijk wat de markt al had verwacht. De ECB stopt in maart 2022 het pandemie-opkoopprogramma. Het reguliere programma wordt dan tijdelijk verhoogd. Vooralsnog precies genoeg maatregelen om aan de groeiende zorgen over de hoge inflatie tegemoet te komen. Maar ook weer niet te veel en te snel om daarmee economische groei te belemmeren.
In het vierde kwartaal stegen aandelenkoersen met 7,7% en over geheel 2021 zijn aandelenkoersen daarmee met ruim 25% gestegen.
Noord-Amerika
+11,4%
MSCI North America Index
Aandelenkoersen stegen met 11,4% in het vierde kwartaal. Daarmee hebben aandelen in Noord-Amerika het best gepresteerd.
Met omikron kreeg het COVID-19-virus zijn vierde variant. Beleggers ‘vluchtten’ weer massaal in de grote technologiebedrijven, ondanks de hoge waarderingen en dito koersen. Deze bedrijven zijn minder gevoelig voor (nieuwe) economische maatregelen om de verspreiding van het virus te voorkomen.
Alle hoge waarderingen ten spijt is Noord Amerika dankzij de sterke winstgroei veruit de best presterende aandelenregio in 2021 met ruim 34% stijging. Een sterke economische groei mede door hogere consumentenuitgaven en bedrijfsinvesteringen lag hieraan ten grondslag. Maar ook de valuta heeft positief bijgedragen, tegenover de euro is de US-dollar in 2021 bijna 7% gestegen. Of de euro is gedaald, maar net hoe je het lezen wilt.
Opkomende landen
-0,1%
MSCI Emerging Markets Index
In het vierde kwartaal zijn de aandelenkoersen met 0,1% gedaald en op jaarbasis was er een schamele 2,4% stijging. Maar het generieke beeld zegt minder dan ooit.
De economische gevolgen van COVID-19 die we gedurende het jaar al zagen, hebben zich in het vierde kwartaal voortgezet. En daarmee is de discrepantie in de mate van economisch herstel tussen de verschillende opkomende landen en regio’s toegenomen. Dit kwam tot uiting in grote rendementsverschillen tussen de landen.
In opkomend Europa herstelden de economieën in 2021, aandelenkoersen stegen met 17%. Aan de andere kant zagen we aandelenkoersen in Latijns-Amerika met 7% dalen.
De economie in China was een van de eerste die herstelde na de COVID-19-crisis. Aandelenkoersen in China, met 40% het land met verreweg de hoogste weging in de regio, stegen in 2021 bijna 5%. Maar de groei lijkt wat te vertragen. Ook zijn er financiële problemen bij enkele grote vastgoedontwikkelaars waarvan de gevolgen voor de gehele Chinese economie aanzienlijk kunnen zijn
En in India wordt een economische groei van meer dan 7% verwacht, een opkomend land dat minder vaak in de schijnwerpers staat. India voert belastinghervormingen door en heeft een grote interne afzetmarkt met een jonge bevolking. Het IMF voorspelt zelfs dat India in 2023 de derde economische macht in de wereld zal zijn. Aandelenkoersen stegen in India met bijna 34%.
Pacific
-1,4%
MSCI Pacific Index
In de Pacific zijn aandelenkoersen dit kwartaal met 1,4% gedaald.
De inflatie in Japan, al jaren de achilleshiel, kwam in november uit op 0,5%. Een schril contrast met andere grote ontwikkelde economieën waar het nominale inflatiepercentage vele procenten hoger ligt. Maar met een sterk vergrijzende bevolking en een economie die last heeft van de naweeën van de COVID-19-crisis en maar moeizaam herstelt, een welkome opsteker.
In Australië zette de krimp van de economie zich de laatste kwartalen door, ondanks de gestegen grondstofprijzen. Het zero tolerance COVID-19-beleid van de overheid was daar mede debet aan.
Op jaarbasis zijn de aandelenkoersen in de regio Pacific nog wel met 7,6% gestegen.
Bron: Bloomberg / Morningstar
Obligatiebeleggingen sluiten het jaar in mineur af
De afzonderlijke aankondigingen van de FED, de ECB en de BoJ dat de steunmaatregelen iets afgebouwd zouden gaan worden was conform de verwachting van veel beleggers. Er zat in het vierde kwartaal dan ook niet veel beweging in de kapitaalmarktrentes. Ook de spreads veranderden niet veel. De koersen van bijna alle obligatiebeleggingen daalden iets.
Over geheel 2021 zijn obligatiebeleggingen in mineur gesloten. Koersen daalden gemiddeld met circa 2%. Door de sterke economische ontwikkeling en het zicht op het afbouwen van de steunmaatregelen, steeg de kapitaalmarktrente in veel landen. Obligatiekoersen daalden over de hele linie met uitzondering van hoogrentende- en aan inflatie gekoppelde obligaties die vanwege hun bijzondere karakter wel een positief resultaat behaalden.
Overheidsobligaties
Overheidsobligaties daalden in het kwartaal in Europa met 0,5% en wereldwijd slechts met 0,1%. Het hele jaar is er in de obligatiemarkt sprake van uitstroom van kapitaal geweest, vooral de laag renderende overheidsobligaties gingen van de hand. De vrees voor tapering, in december aangekondigd, leidde in eerste instantie tot oplopende kapitaalmarktrentes en daarmee tot dalende koersen. Dat maakt overheidsobligaties in 2021 de slechtst presterende obligatiecategorie met -3,5% voor Europa en -2,7% wereldwijd.
Bedrijfsobligaties
De rente bewoog niet veel in het vierde kwartaal. De risico-opslag op Europese bedrijfsobligaties liep iets op omdat het economische herstel trager gaat en enkele landen opnieuw kampten met lockdowns. Hierdoor daalden koersen in Europa 0,7%. Wereldwijd daalden koersen met 0,2%. Over geheel 2021 is de stijging van de kapitaalmarktrente iets gecompenseerd door het dalen van de risico-opslag. Koersen van bedrijfsobligaties daalden in 2021 in Europa met 1% en wereldwijd met 1,7%.
Hoogrentende obligaties
De spread op hoogrentende obligaties was in het vierde kwartaal in Europa wat hoger, terwijl die in de Verenigde Staten iets lager was. Koersen daalden in het vierde kwartaal in Europa met 0,3% en wereldwijd 0,6%. De economische groei in 2021 heeft ervoor gezorgd dat bedrijven met een lagere kredietwaardigheid minder kwetsbaar zijn geworden. En dat is beloond. Over geheel 2021 zie je duidelijk de toegevoegde waarde van deze beleggingscategorie. Ondanks de gestegen kapitaalmarktrente zijn hoogrentende obligaties in Europa met 3,3% en wereldwijd met 1,5% gestegen.
Obligaties van opkomende landen
In het vierde kwartaal deden obligaties van opkomende landen een stapje terug, koersen daalden met circa 0,8%.
Net als in geheel 2021 hebben veel opkomende landen moeite om het economische groeitempo van voor de COVID-19-periode op te pakken. De inflatie steeg en enkele centrale banken reageerden hierop met renteverhogingen. Dit bij elkaar uit zich in een wat hoger risico dat onvoldoende gecompenseerd is door de hogere rente op obligaties uit opkomende landen. In geheel 2021 daalden obligaties in opkomende landen in sterke valuta, zoals de US-dollar, met 2,5% en obligaties in lokale valuta met 1,8%.
Aan inflatie gekoppelde obligaties
De toegenomen vrees onder beleggers dat de huidige hoge inflatie langer kan voortduren, heeft de koersen verder opgedreven van aan inflatie gekoppelde obligaties. Met 1,7% voor Europa en zelfs 2,9% wereldwijd was dit de enige categorie die dit kwartaal een positief resultaat behaalde.
Aan inflatie gekoppelde obligaties zijn doorgaans overheidsobligaties. De rente op overheidsobligaties is in de meeste landen in 2021 gestegen. Dit is nadelig voor de koersen van obligaties. Maar vanwege de inflatiecomponent heeft deze categorie uitstekend gepresteerd. Koersen zijn in 2021 wereldwijd met 4,7% gestegen en in Europa zelfs met 6,5%. Hiermee zijn aan inflatie gekoppelde obligaties veruit de best presterende obligatiecategorie in de modelportefeuilles.
Netto rendement obligatiecategorieën
1 oktober 2021 t/m 31 december 2021
Bron: Bloomberg / Morningstar