Analyse en beleggingsresultaten

Beurskoersen lopen vooruit op economie

Wereldwijde aandelenindices hebben een groot deel van de ‘coronacorrectie’ weer goedgemaakt. De technologie aandelenbeurs Nasdaq stond aan het eind van juni zelfs weer op een recordniveau. Je zou bijna denken dat er niets meer aan de hand is. Hoewel enkele economische cijfers al wat herstel laten zien, denken wij dat veel beurskoersen vooruit zijn gelopen op de onderliggende economie.


“Het is indrukwekkend om te zien hoe snel en massaal deze steunpakketten werden ontwikkeld, ook door centrale banken van opkomende landen”

De reddingsboeien die centrale banken hebben uitgegooid, hebben hun uitwerking niet gemist. Wereldwijd hebben veel centrale banken grote monetaire maatregelen aan­gekondigd: rente­verlagingen en herstart- en uitbreiding van opkoop­programma’s. Het is indrukwekkend om te zien hoe snel en massaal deze steun­pakketten werden ontwikkeld, ook door centrale banken van opkomende landen. Dat werd niet eerder zo vertoond.


Ook overheden deden een flinke duit in het zakje om hun economie op gang te houden. Ze kwamen met verschillende maatregelen om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden. Dit alles gaf beleggers vertrouwen, ondanks alle mogelijk grote negatieve gevolgen van de coronacrisis.


De meeste aandelenbeleggingen lieten een flinke stijging zien. Ook risicovollere obligatiebeleggingen stegen in waarde. Het feit dat de rente in bijna alle ontwikkelde landen zeer laag of zelfs negatief is, zorgt ervoor dat beleggers risicovollere beleggingen opzoeken.

Aandelen­beleggingen tonen herstel

Nadat veel economische indicatoren historische dieptepunten hadden bereikt, zagen we in de loop van het tweede kwartaal enig herstel. De aandelenkoersen stegen fors, omdat beleggers erop vertrouwden dat centrale banken en overheden voorlopig blijven stimuleren. Daarnaast wilden beleggers de kans op een interessante belegging niet missen. Je zou kunnen zeggen dat ze last hebben van FOMO (Fear of Missing Out).

Regionale aandelenrendementen

1 april 2020 t/m 30 juni 2020

Europa

+12,6%

De versoepeling van veel lockdownmaatregelen in Europese landen was positief voor het sentiment onder beleggers. Enkele economische indicatoren verbeterden. Wel bleven er zorgen over de Zuid-Europese landen. Die lijken er op eigen kracht niet bovenop te komen en zijn sterk afhankelijk van Europese steun- en noodfondsen. Die moeten nog worden opgericht. Aandelenkoersen stegen met 12,6%.

Noord-Amerika

+18,2%

Na de zeer sterke krimp in de arbeidsmarkt, de werkloosheid bereikte zelfs een dieptepunt van ruim 15%, is er nu herstel zichtbaar. Niet alleen gingen er meer mensen aan het werk; ook de bedrijvigheid nam weer wat toe. Zo steeg de PMI weer naar bijna 50 punten (omslagpunt tussen groei en krimp). Het positieve sentiment zorgde voor fors stijgende koersen. Aandelenkoersen stegen met 18,2%.

Opkomende landen

+14,4%

Tussen de opkomende landen zijn grote verschillen te zien als je kijkt naar de mate waarin het coronavirus in die landen onder controle is. Brazilië is de negatieve uitschieter. Helaas worden er daar dagelijks records van het aantal nieuwe besmettingen gemeten. De Braziliaanse economie heeft het dan ook nog steeds erg zwaar en de onrust onder de bevolking is groot. China daarentegen lijkt bijna coronavrij te zijn en de binnenlandse economie kwam weer aardig op stoom. Toch voelde China ook de gevolgen voor de export. De economieën van andere landen herstelden namelijk minder snel en de vraag bleef uit. Aandelenkoersen van opkomende landen stegen gemiddeld met 14,4%.

Pacific

+11,0%

De coronacrisis is in Australië redelijk snel onder controle gebracht, al zijn de gevolgen van het stilvallen van de economie wel zichtbaar: zowel de interne economie als de export daalde. Hetzelfde geldt voor Japan. Ook daar was de coronaproblematiek minder heftig, maar werd de economie wel sterk geraakt doordat de wereldwijde handel afnam. Aandelenkoersen stegen gemiddeld met 11,0%.

Bron: Bloomberg / Morningstar

Herstel in obligatiemarkten

De voornaamste redenen van het sterke herstel van obligatiebeleggingen waren de opkoop­programma’s van centrale banken en het verlagen van de rente. Een bankencrisis bleef uit, doordat er in ruime mate liquiditeit werd verschaft. Vooral risicovollere obligaties stegen hard in waarde.


De spread nam af, doordat beleggers de indruk hebben dat bedrijven beter door de economische crisis komen dan eerder werd aangenomen. Men verwachtte daardoor ook minder faillissementen dan eerst was ingeschat. Dat bleek positief voor de obligatiekoersen, al zijn de verliezen uit het eerste kwartaal nog niet geheel ingelopen.

Obligatiebeleggingen leverden in het tweede kwartaal een flink positief resultaat aan de modelportefeuille.


Overheidsobligaties

De koersen van overheidsobligaties stegen dit kwartaal beperkt. De kapitaalmarktrente in veel ontwikkelde landen veranderde per saldo nauwelijks. In de periferie van de Eurozone daalde de rente wel iets en de spanning rond steunpakketten vanuit Europa verdween wat naar de achtergrond. Overheidsobligaties stegen in Europa met 1,7% en wereldwijd met 0,6%.

Bedrijfsobligaties

Het vertrouwen van beleggers zorgde ervoor dat de risicopremie op bedrijfsobligaties in dit kwartaal weer behoorlijk daalde. Bedrijfsobligaties waren in trek door alle maatregelen van overheden en door de opkoopprogramma’s van centrale banken. De koersen stegen daardoor sterk. Bedrijfsobligaties in Europa zijn met 5,3% en wereldwijd met 7,6% gestegen.

Hoogrentende obligaties

De koersen stegen bij hoogrentende obligaties het sterkst. De belangrijkste factor daarvoor was dat de FED het opkoopprogramma met deze categorie obligaties heeft uitgebreid. De kans op faillissementen in deze risicovollere sector is daarmee sterk afgenomen. De risicopremie daalde fors en de koersen stegen hard. De koersdalingen over het eerste kwartaal zijn weliswaar nog niet gecompenseerd, maar de ergste verliezen zijn deels goedgemaakt. Hoogrentende obligaties stegen in Europa met 11,2% en wereldwijd met 11,5%.

Obligaties van opkomende landen

Ook koersen van obligaties uit opkomende landen toonden herstel. De eerste tekenen van het wereldwijde economische herstel gaven vertrouwen. Wel is er een duidelijk verschil te zien binnen opkomende landen. Zo is in het tweede kwartaal het rendement van obligaties die gekoppeld zijn aan sterke valuta sterker hersteld dan dat van obligaties in lokale valuta. Obligaties in opkomende landen in sterke valuta, zoals de US dollar, stegen met 9,0%. Obligaties die in lokale valuta noteren, stegen met 7,3%.

Aan inflatie gekoppelde obligaties

Bij aan inflatie gekoppelde obligaties kijkt men doorgaans naar de inflatieverwachting op de middellange termijn. Vooral in de Verenigde Staten is de verwachte inflatie door alle aangegane schulden gestegen. Beleggers rekenen daarbij de komende jaren op economisch herstel. Aan inflatie gekoppelde obligaties zijn meestal overheidsobligaties, die vanwege de kredietwaardigheid aantrekkelijk zijn. Daarbij is de duratie van dit type obligaties een minder groot risico, omdat men niet verwacht dat de kapitaalmarktrente op korte termijn stijgt. Aan inflatie gekoppelde obligaties stegen in Europa met 4,2% en wereldwijd met 5,7%.

Netto rendement obligatiecategorieën

1 april 2020 t/m 30 juni 2020


0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
1,7
0,6
5,3
7,6
11,2
11,5
9,0
7,3
4,2
5,7
Overheidsobligaties Europa 1,7%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,6%
Bedrijfsobligaties Europa 5,3%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 7,6%
Hoogrentende obligaties Europa 11,2%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 11,5%
Obligaties opkomende landen HC 9,0%
Obligaties opkomende landen LC 7,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 4,2%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 5,7%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
1,7
0,6
5,3
7,6
11,2
11,5
9,0
7,3
4,2
5,7
Overheidsobligaties Europa 1,7%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,6%
Bedrijfsobligaties Europa 5,3%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 7,6%
Hoogrentende obligaties Europa 11,2%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 11,5%
Obligaties opkomende landen HC 9,0%
Obligaties opkomende landen LC 7,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 4,2%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 5,7%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
1,7
0,6
5,3
7,6
11,2
11,5
9,0
7,3
4,2
5,7
Overheidsobligaties Europa 1,7%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,6%
Bedrijfsobligaties Europa 5,3%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 7,6%
Hoogrentende obligaties Europa 11,2%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 11,5%
Obligaties opkomende landen HC 9,0%
Obligaties opkomende landen LC 7,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 4,2%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 5,7%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
1,7
0,6
5,3
7,6
11,2
11,5
9,0
7,3
4,2
5,7
Overheidsobligaties Europa 1,7%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,6%
Bedrijfsobligaties Europa 5,3%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 7,6%
Hoogrentende obligaties Europa 11,2%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 11,5%
Obligaties opkomende landen HC 9,0%
Obligaties opkomende landen LC 7,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 4,2%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 5,7%

Bron: Bloomberg / Morningstar