Analyse en beleggingsresultaten

Tegenstelling beleidsmakers en beleggers

De koersen van aandelen­beleggingen zijn in het eerste kwartaal opgelopen. Ook de koersen van veel obligatie­beleggingen herstelden iets. Enigszins tegen de verwachting in groeiden veel economieën nog een beetje. Een recessie bleef vooralsnog uit. En dat was goed nieuws.


“Het optimisme onder beleggers kwam vooral voort uit de verwachting dat de Fed de rente toch minder fors gaat verhogen dan eerder werd aan­genomen.”


Toch waren er ook zorgen. Nog steeds is de inflatie veel hoger dan het doel van de centrale banken. Daarom hebben de centrale banken de beleids­rente verder verhoogd. Deze verhoging van de beleidsrente raakt de economie en uit­eindelijk de bedrijfs­winsten. Ook was er onrust bij een paar banken door de snel gestegen beleidsrente. Die banken kwamen in liquiditeits­problemen en de centrale bank en enkele systeem­banken moesten ingrijpen om hen te redden.


Het optimisme onder beleggers kwam vooral voort uit de verwachting dat de Fed de rente toch minder fors gaat verhogen dan eerder werd aan­genomen. Ook zou de rente in de loop van het jaar zelfs weer verlaagd kunnen worden. De Fed zelf deelt die visie overigens niet. De Fed vindt de arbeids­markt namelijk nog te sterk en ziet nog onvoldoende signalen dat de kerninflatie structureel daalt. Een duidelijke tegen­stelling tussen beleids­makers en beleggers.


Beperkte koers­winsten op obligatie­beleggingen

We zagen een stijging van de korte rente en een daling van de lange rente. Eerst zagen we een daling van de risico opslag op bedrijfsobligaties, daarna weer een stijging. Met deze tegenstrijdige omstandigheden werden obligatiebeleggingen geconfronteerd. Per saldo eindigden veel obligatiekoersen met een kleine plus dit kwartaal.


Aandelenkoersen herstelden

Dat een recessie in de meeste Westerse landen uitbleef was positief nieuws. Ook de bedrijfscijfers vielen mee; de gevreesde daling van de winsten bleef vooralsnog uit. De onrust bij de banken gaf wel druk op de aandelenkoersen. Vooral financiële waarden daalden in eerste instantie fors. Maar nadat de Amerikaanse overheid en een groep banken ingrepen, keerde de rust terug. Beleggers hadden de voorkeur voor groeiaandelen. Deze groeiaandelen profiteerden het meest van de dalende lange rentes.


Nog steeds minder risico in de modelportefeuille

De samenstelling van de modelportefeuille hebben we begin april aangepast. Wij hebben een aantal fondswijzigingen doorgevoerd. De risicomaatregelen voor de gehele modelportefeuille zijn niet gewijzigd. We investeren nog steeds minder in aandelenbeleggingen dan we normaal doen.


Waardeontwikkelingen van de beleggingen

Alle modelportefeuilles hebben een positief resultaat behaald in het eerste kwartaal. Zowel aandelen- als obligatiebeleggingen hebben hieraan bijgedragen.


Ook goud presteerde sterk. Beleggers zochten een ‘veilige haven’ door de onrust bij de banken, de geopolitieke spanningen en de verwachting dat het einde van de renteverhogingen in zicht is. Goud leverde ook een positieve bijdrage aan het resultaat

Ontwikkelde landen presteerden goed

“De basis voor optimisme was dat een recessie uitbleef en de rentes in Europa en Noord-Amerika daalden”

Aandelen­koersen stegen wereldwijd, maar vooral Europa en Noord-Amerika deden het goed. Koersen in de Pacific en in veel op­komende landen stegen licht. De basis voor optimisme was dat een recessie uitbleef en de rentes in Europa en Noord-Amerika daalden.

Regionale aandelenrendementen

31 december 2022 t/m 31 maart 2023

Europa

MSCI Europe Index

+8,6%

In veel Europese landen daalde de inflatie ten opzichte van een jaar eerder. Vooral de energie­prijzen zijn sterk gedaald. Deze daling was een meevaller voor Europa dat erg afhankelijk is van de import van olie en gas. Bedrijfs­cijfers hielden stand en een recessie bleef uit in veel landen. De lange rente daalde en dat was goed voor de koersen.

Noord-Amerika

+5,5%

MSCI North America Index

De onrust bij een aantal banken die in problemen kwamen was de belangrijkste ontwikkeling in Noord-Amerika dit kwartaal. De financiering van die banken was zo opgezet dat ze veel geld in langjarige obligaties hadden geïnvesteerd. Die obligaties daalden in waarde door de stijging van de rente in het afgelopen jaar. Toen klanten hun geld onttrokken was er echter onvoldoende liquiditeit. Er ontstond een ‘bank run’ en enkele banken moesten gered worden. Even brak er paniek uit op de financiële markten. Maar een herhaling van de krediet­crisis in 2008 bleef uit, omdat de Fed en een groep grote systeem­banken tijdig ingrepen. Hierdoor keerde de rust voorlopig weer terug.

Opkomende landen

+2,0%

MSCI Emerging Markets Index

China viel op doordat de centrale bank heeft ingegrepen en liquiditeit beschik­baar heeft gesteld om de problemen in de vast­goed­markt het hoofd te bieden. Ook is de Chinese economie heropend na covid. De economische activiteit neemt toe, omdat zowel de consumptie als de investeringen in de infra­structuur stegen. Dit gaf beleggers wat meer vertrouwen en aandelen­koersen stegen daardoor met 6%.

Pacific

+2,1%

MSCI Pacific Index

De aandelen­koersen in Australië daalden met 0,8%. Dit kwam vooral door de daling van de prijzen van veel grond­stoffen. Gemiddeld daalden de prijzen van grond­stoffen wereldwijd met 6,5%. In Japan en Hong Kong waren er lichte stijgingen van de aandelen­koersen.

Bron: Bloomberg / Morningstar

Obligatiekoersen licht herstel

“Omstandigheden waren positief voor obligatie­beleggingen die een licht herstel toonden”

Dit kwartaal zagen we forse bewegingen in de rentes en risico opslag. Die bewegingen waren vooral op emotie gebaseerd. De positieve correlatie die we tot voor kort zagen tussen de beleids­rentes (gestegen) en de kapitaal­markt­rentes (gedaald) was dit kwartaal negatief. De risico opslagen zijn ook iets gedaald. Deze omstandig­heden waren positief voor obligatie­beleggingen die een licht herstel toonden.

Opvallende beweging kapitaal­markt­rente

De kapitaal­markt­rente heeft een opvallende beweging laten zien in dit kwartaal. In januari was een daling te zien. Veel beleggers gingen er nog vanuit dat de economie in een recessie terecht zou komen en de rente dus zou dalen. In februari ging de rente weer fors omhoog toen er ongunstige inflatie­cijfers uitkwamen. In maart daalde de rente weer toen enkele Amerikaanse banken in problemen kwamen. Beleggers dachten dat de beleids­rente wel omlaag moest om de krediet­verlening te stimuleren en daarmee de economie te steunen.

Lichte daling van de risico opslag

Eenzelfde soort beweging als bij de kapitaal­markt­rente was er bij de risico opslag te zien. Na een forse stijging in 2022 daalden de risico opslagen in de eerste twee maanden van dit jaar. Ondanks een dreigende recessie was er niet veel vrees dat het aantal faillissementen sterk zou oplopen. Het default risico leek voldoende in de prijzen verwerkt. Maar na de onrust bij de Amerikaanse banken nam de onzekerheid snel toe en stegen de risico opslag. De Fed greep in bij de banken en kort daarna keerde de rust terug en daalden de risico opslag weer.

“De Fed greep in bij de banken en kort daarna keerde de rust terug en daalden de risico opslagen weer.”

Renteverhogingen ECB en Fed

Dit kwartaal heeft de ECB de beleids­rente weer twee keer verhoogd. Er kwam maar liefst 1% rente bij waarmee het tarief nu op 3,5% staat. Ook de Fed heeft de rente twee keer verhoogd, zij het met kleine stappen waardoor de beleidsrente daar nu op 5% staat. Beide centrale banken zien nog gevaar in de huidige hoge kern­inflatie.

Overheids­obligaties, bedrijfs­obligaties en Inflation Linked Bonds

De daling van de kapitaal­markt­rente zorgde voor een lichte stijging van de koersen van overheids- en bedrijfs­obligaties. Het rente­verschil tussen overheids­obligaties van Zuid-Europese en Noord-Europese landen werd wat kleiner. De risico opslag op krediet­waardige bedrijfs­obligaties bleef stabiel en de koersen stegen, doordat de bedrijfsresultaten goed bleven liggen. De inflatieverwachtingen voor de lange termijn veranderden niet veel. Inflation Linked Bonds hebben een lange duratie en profiteren daardoor extra van een rentedaling.

High yield & emerging markets bonds

Men verwachtte niet dat het aantal faillisse­menten in de risico­vollere high yield categorie zou gaan oplopen. Daarop daalde de high yield risico opslag iets en dat was gunstig voor de koersen van deze obligaties. Emerging Market bonds die noteren in lokale valuta profiteerden van de rente die minder was gestegen dan verwacht in de Verenigde Staten.

Netto rendement obligatiecategorieën

31 december 2022 t/m 31 maart 2023


0%
0,5%
1%
1,5%
2%
2,5%
3%
3,5%
4%
2,5
2,4
1,8
2,4
2,8
2,2
1,4
3,3
3,3
3,0
Overheidsobligaties Europa 2,5%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,4%
Bedrijfsobligaties Europa 1,8%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,4%
Hoogrentende obligaties Europa 2,8%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 2,2%
Obligaties opkomende landen HC 1,4%
Obligaties opkomende landen LC 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 3,0%
0%
2%
4%
2,5
2,4
1,8
2,4
2,8
2,2
1,4
3,3
3,3
3,0
Overheidsobligaties Europa 2,5%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,4%
Bedrijfsobligaties Europa 1,8%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,4%
Hoogrentende obligaties Europa 2,8%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 2,2%
Obligaties opkomende landen HC 1,4%
Obligaties opkomende landen LC 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 3,0%
0%
2%
4%
2,5
2,4
1,8
2,4
2,8
2,2
1,4
3,3
3,3
3,0
Overheidsobligaties Europa 2,5%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,4%
Bedrijfsobligaties Europa 1,8%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,4%
Hoogrentende obligaties Europa 2,8%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 2,2%
Obligaties opkomende landen HC 1,4%
Obligaties opkomende landen LC 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 3,0%
0%
0,5%
1%
1,5%
2%
2,5%
3%
3,5%
4%
2,5
2,4
1,8
2,4
2,8
2,2
1,4
3,3
3,3
3,0
Overheidsobligaties Europa 2,5%
Overheidsobligaties wereldwijd 2,4%
Bedrijfsobligaties Europa 1,8%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,4%
Hoogrentende obligaties Europa 2,8%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 2,2%
Obligaties opkomende landen HC 1,4%
Obligaties opkomende landen LC 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,3%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 3,0%

Bron: Bloomberg / Morningstar