Vooruitzichten obligatiemarkten
De belangrijkste centrale banken continueren hun beleid. Dat betekent dat de korte rente in Europa tot medio volgend jaar niet zal stijgen. Omdat de economie niet sneller dan verwacht groeit, blijft ook de lange rente op het huidige lage niveau. In de Verenigde Staten zal de korte rente dit jaar naar verwachting nog twee keer verhoogd worden. De risico’s voor obligaties in opkomende landen is toegenomen, daarom heroverwegen wij ons posities in risicovollere obligaties.
Lagere weging obligaties
Wij handhaven de lagere weging dan het standaard percentage van obligaties in het beleggingsprofiel. Wij zien beperkt kansen voor obligaties. Deze lagere weging beperkt enigszins het effect van koersdalingen door rentestijging. Daarnaast is in veel regio’s het rendementsperspectief beperkt.
Overheids- en bedrijfsobligaties
De vooruitzichten voor overheids- en bedrijfsobligaties zijn niet veel veranderd. De lage rentestand zal op korte termijn niet veranderen, waardoor het rendement op overheidsobligaties laag is. Bij bedrijfsobligaties zien we dat de risico-opslag wat is toegenomen. Dit blijft een aandachtpunt, maar vormt geen directe reden tot zorg. Wij handhaven dan ook onze voorkeur voor bedrijfsobligaties boven overheidsobligaties.
‘Wij zien beperkt kansen voor obligaties’
Inflatiestijging niet verwacht
De inflatieverwachtingen in Europa blijven gematigd. Zolang de economie niet harder groeit, blijft de inflatie onder het gewenste niveau van de ECB blijven. In de Verenigde Staten is de inflatie door de groei van de economie wel op peil. Om het risico van inflatie te beperken, handhaven wij onze positie in beleggingen die aan inflatie zijn gekoppeld.
Hoogrentende obligaties
Het perspectief voor obligaties met meer risico is afgenomen. Hoewel deze obligaties een hogere vergoeding geven en daarmee het risico van rentestijging compenseren, zijn deze obligaties minder aantrekkelijk geworden.
Regionale verdeling obligaties
per 30 juni 2018 van Wereld Portefeuille
Europa
De ECB heeft gemeld dat de korte rente tot medio 2019 laag blijft. Het rendement op overheidsobligatie blijft dus beperkt. Een risico is dat individuele landen zorgen voor forse rentebewegingen. In Italië steeg de lange rente fors door berichtgeving over de schuldenpositie; dit had ook effect op andere Zuid-Europese landen. Maar omdat de korte Europese rente vooralsnog laag blijft, lijkt het risico klein. Daardoor zijn bedrijfsobligaties iets aantrekkelijker in Europa.
Noord-Amerika
De FED heeft de rente al een paar keer verhoogd en verwacht dat dit jaar nog twee keer te herhalen. Daarom vinden wij het rendementsperspectief van overheidsobligaties laag. Bedrijfsobligaties bieden nog een kleine extra vergoeding voor het hogere risico.
Pacific
Het renteniveau in Japan wordt door de Bank of Japan laag gehouden. Hier zal op korte termijn geen verandering in komen. Obligatiebeleggingen in de Pacific zijn dan ook zeer beperkt aantrekkelijk.
Opkomende landen
Het risico dat obligaties uit opkomende landen onder druk komen, is toegenomen. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen: de rente in de Verenigde Staten is gestegen en deze landen zijn kwetsbaar voor handelsbeperkingen.
Doordat de korte rente in de Verenigde Staten is opgelopen, kiezen beleggers minder vaak voor obligaties uit opkomende landen. Hoewel de onderliggende economische situatie in veel opkomende landen sterk is en de kredietwaardigheid van veel landen toeneemt, kiezen meer beleggers voor zekerheid. Daarbij spelen ook valutaeffecten een belangrijke rol. Veel obligaties zijn namelijk uitgegeven in US dollar. Als de dollar in waarde stijgt, wordt het voor een aantal opkomende landen duurder om rentebetalingen en aflossing te betalen.
Ook het wereldwijde handelsconflict brengt zorgen over de ontwikkeling van de economieën in opkomende landen. Een handelsoorlog zal de economische groei in deze landen beperken. Wij heroverwegen dan ook onze weging in obligaties van opkomende landen.