Grote rendementsverschillen op de obligatiemarkten
In de eerste twee maanden van dit kwartaal is de kapitaalmarktrente gestegen onder invloed van de aantrekkende economisch groei. Dit voedde de verwachting dat de inflatie en de rente verder zouden stijgen. In maart zagen we echter enkele economische cijfers iets afzwakken. Het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en de rest van de wereld deed beleggers vrezen voor de gevolgen voor de wereldhandel. Hierop daalde de rente en kwam de US dollar onder druk. De rendementsverschillen tussen de obligatiecategorieën waren daardoor vooral op regionaal gebied relatief groot.
Rendement overheidsobligaties Europa positief
Het rendement op overheidsobligaties in Europa was dit kwartaal goed. De koersen stegen gemiddeld met 1,4%. De kapitaalmarktrente op overheidsobligaties is in Europa de eerste drie maanden nagenoeg gelijk gebleven. Door goede arbeidsmarktcijfers is de rente in de Verenigde Staten wel iets gestegen, daardoor was er geen rendement op de categorie overheidsobligaties wereldwijd.
Koersen bedrijfsobligaties wereldwijd gedaald
De koersen van bedrijfsobligaties zijn wereldwijd harder gedaald dan in Europa. Het rendement wereldwijd was 2% negatief en in Europa 0,4% negatief. Dit werd veroorzaakt door het verschil in renteontwikkeling tussen de regio’s en valutaeffecten.
‘Het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en de rest van de wereld deed beleggers vrezen voor de gevolgen voor de wereldhandel’
Hoogrentende obligaties
De performance van hoogrentende obligaties stond dit kwartaal wat onder druk. Vooral in de Verenigde Staten, de grootste markt voor dit type obligaties, had de stijgende rente een negatief effect op de koersen. De risico-opslag (de extra vergoeding die beleggers verlangen op dit type obligaties) is niet noemenswaardig veranderd. Wereldwijd daalden de koersen met 1,4%, in Europa bedroeg de daling 0,6%.
Opkomende landen
Het rendement op obligaties uit opkomende landen was dit kwartaal 1,9% negatief. In deze landen worden obligaties uitgegeven in lokale valuta maar ook in harde valuta zoals US dollars en euro’s. De daling werd vooral veroorzaakt door obligaties die gekoppeld zijn aan de US dollar, die 3% in waarde gedaald is.