Analyse en beleggingsresultaten

Terugblik op 2020

Wie alleen naar de begin- en slotstanden van de wereldwijde aandelenindices kijkt, heeft mogelijk de indruk dat 2020 een relatief ‘rustig beursjaar’ is geweest. Maar niets is minder waar. Hoewel verschillende soorten beleggingen per saldo in waarde stegen, was het afgelopen beursjaar in economische zin een absoluut crisisjaar.


“Bedrijven met een sterke positie in e-commerce of bezorg­diensten profiteerden sterk van een toe­genomen vraag van consumenten.”

Zelden kwam de economische activiteit zo snel tot stilstand als in maart en implodeerde zowel de import en export in veel landen. In een aantal sectoren kwamen bedrijven in financiële problemen. Als gevolg daarvan nam de werkloosheid snel toe. Ook het vertrouwen onder bedrijven en consumenten daalde fors. Om de crisis te beteugelen werden overheden en centrale banken gedwongen de economie te ondersteunen met honderden miljarden aan verschillende maatregelen.


De klap was vooral voelbaar in sectoren met waardeaandelen zoals energie en financiële waarden. Soms indirect vanwege de nadelige financiële gevolgen die op termijn verwacht worden (bijvoorbeeld bij de banken). Of vanwege directe gevolgen door het acuut wegvallen van de vraag naar producten en diensten (bijvoorbeeld in de reisbranche).


Sectoren met groei

Er waren ook sectoren met groeiaandelen die erg goed presteerden, zoals de technologie- en de communicatiesector. Bedrijven met een sterke positie in e-commerce of bezorgdiensten (van streaming tot webdiensten) profiteerden sterk van een toegenomen vraag van consumenten. Per saldo stegen aandelenbeleggingen wereldwijd in 2020, maar de rendementsverschillen tussen de ‘winnaars’ en de ‘verliezers’ waren op de aandelenbeurzen zelden zo groot.


Bij de obligatiebeleggingen was er een vergelijkbare beweging: in maart daalden de koersen van veel obligatiecategorieën omdat even gevreesd werd voor een liquiditeitscrisis. Onder beleggers viel de vraag naar obligatiebeleggingen tijdelijk weg; daardoor stegen de spreads snel. Deze risk off beweging zette koersen fors onder druk. Renteverlagingen en enorme liquiditeitsprogramma’s die centrale banken in reactie hierop aankondigden, zorgden ervoor dat de meeste obligatiecategorieën zich in de loop van het jaar herstelden.


Een dieptepunt in maart

Door de coronacrisis bereikten aandelenbeleggingen in maart een dieptepunt, de koersen stonden gemiddeld 30% lager dan aan het begin van het jaar. Ook de waarde van goud, dat doorgaans als veilige haven wordt beschouwd, daalde in maart met bijna 13%. Door de terugval in economische activiteit was er een overaanbod aan olie, de actuele prijs kelderde en de prijs van het termijncontract voor de levering in mei was zelfs kortstondig negatief, een niet eerder vertoond fenomeen. Risicovollere obligaties gingen ook in koers onderuit met dalingen tot om en nabij de 15%.


Krachtig herstel van beurzen

Weinig beleggers zullen hebben gerekend op een positief beleggingsjaar. Maar het vertrouwen dat overheden en centrale banken er alles aan zouden doen om een diepere crisis te voorkomen en de aangekondigde vaccins later in het jaar zorgden voor een krachtig herstel van de beurzen. Ook onze modelportefeuilles profiteerden van dit herstel en zijn 2020 met een positief rendement geëindigd.

Aandelen­beleggingen sluiten het jaar positief af

In het vierde kwartaal hebben aandelen­beleggingen goed gepresteerd. De belangrijkste redenen daarvoor waren de ontwikkeling van meerdere vaccins tegen Covid-19, het gebrek aan beleggingsalternatieven door de lage rente en de grote steunprogramma’s van overheden en centrale banken. De Amerikaanse aandelen­indices eindigden in 2020 zelfs op record­niveaus.


Een schril contrast met de economische realiteit waarin veel bedrijven financieel aan het infuus van overheden liggen. Beleggers vertrouwen op een herstel in 2021 en daarna. Aandelen­beleggingen leverden in het vierde kwartaal een positieve bijdrage aan het resultaat van de modelportefeuilles.

Regionale aandelenrendementen

1 oktober 2020 t/m 31 december 2020

Europa

MSCI Europe Index

+10,8%

Aandelenkoersen in Europa hebben zich in 2020 nog niet geheel hersteld van de daling in maart. Vooral financiële waarden, vastgoed­ondernemingen en bedrijven uit de energiesector kampen nog met de gevolgen van de coronacrisis.


Op het allerlaatste moment hebben Europa en het Verenigd Koninkrijk een ongecontroleerde Brexit weten te voorkomen door een handelsdeal te sluiten. Hiermee nam de spanning over de im- en exportbelemmeringen voor veel bedrijven af. Aandelenkoersen stegen in het vierde kwartaal met 10,8%.

Noord-Amerika

+8,1%

MSCI North America Index

De technologie- en communicatiesector is sterk vertegenwoordigd in Amerikaanse aandelenindices. Na de coronacrisis in maart zijn vooral bedrijven uit deze sector zeer sterk in waarde gestegen. De beurzen lieten in het vierde kwartaal keer op keer recordniveaus zien, waarmee Noord-Amerika in 2020 veruit de best presterende regio is geweest.


Naast de aankondiging van werkende vaccins droeg ook de verkiezing van Biden tot president van de Verenigde Staten bij aan de positieve stemming. In het vierde kwartaal zijn aandelenkoersen met 8,1% gestegen.

Opkomende landen

+14,4%

MSCI Emerging Markets Index

Het koersherstel in veel opkomende landen was in het vierde kwartaal sterk, waardoor 2020 per saldo positief werd afgesloten. Maar dit was vooral te danken aan de ontwikkelingen in China. Het coronavirus was daar het eerst onder controle, waardoor de economie sneller herstelde dan in de rest van de wereld. Aandelenkoersen in China zijn in 2020 sterk gestegen.


Veel andere opkomende landen hebben de nadelige gevolgen van het wegvallen van export en het dalen van de grondstofprijzen nog niet kunnen compenseren. In het vierde kwartaal zijn aandelenkoersen met 14,4% gestegen.

Pacific

+11,7%

MSCI Pacific Index

De impact van corona op de economie in 2020 is in de Pacific groot geweest, aandelenkoersen zijn beperkt hersteld. De Pacific kende wel een redelijk goed vierde kwartaal. Vooral Australië herstelde zich nadat bleek dat men het coronavirus behoorlijk onder controle had. In Japan kwamen rond de jaarwisseling hierover juist weer negatievere berichten naar buiten. Aandelen­koersen stegen in het vierde kwartaal gemiddeld met 11,7%.

Bron: Bloomberg / Morningstar

Obligatiekoersen gestegen

Op rentegebied was er in het vierde kwartaal niet veel te beleven, in veel landen bleef de rente stabiel. De verbeterde economische verwachtingen voor 2021 zorgden ervoor dat het risico bij obligaties, te zien aan de spread, over de hele linie verder daalde; dit had een positief effect op de koersen. De meeste spreads staan weer op het niveau van voor de coronacrisis. Obligatiebeleggingen leverden in het vierde kwartaal een positieve bijdrage aan de modelportefeuilles.

Overheidsobligaties

In Noord Europese landen bleef de rente in het vierde kwartaal stabiel, de koersen stegen licht. Rentedalingen waren er wel in Zuid-Europese landen, zowel in dit kwartaal als geheel 2020. Europese overheidsobligaties zijn in 2020 een goed presterende beleggingscategorie geweest.


In de Verenigde Staten liep de kapitaalmarkt­rente in het vierde kwartaal op tot rond de 1%. Dit was vooral in reactie op de licht gestegen inflatieverwachtingen. Over geheel 2020 is de kapitaalmarkt­rente in de Verenigde Staten echter gehalveerd en zijn de koersen flink gestegen. Overheidsobligaties stegen in het vierde kwartaal in Europa met 1,2% en wereldwijd met 0,1%.

Bedrijfsobligaties

De koersen van bedrijfsobligaties profiteerden in dit kwartaal duidelijk van de wereldwijd verbeterde economische vooruitzichten. De spreads daalden en de koersen stegen, ondersteund door de vraag vanuit de opkoop­programma’s van centrale banken. Wereldwijde bedrijfsobligaties waren in 2020 zelfs een van de best presterende obligatie­categorieën. Bedrijfsobligaties in Europa zijn in het vierde kwartaal met 2,0% en wereldwijd met 2,5% gestegen.

Hoogrentende obligaties

Hoog risico en een potentieel hoog rendement, deze eigenschappen van hoogrentende obligaties zag je in dit kwartaal duidelijk terug. De koersen van hoogrentende obligaties stegen in het vierde kwartaal met 5,5% in Europa en met 6,4% wereldwijd. De koersen stegen sterk dankzij de sterk gedaalde risicopremie, die weer bijna terug is op het niveau van begin 2020. Daarmee zijn hoogrentende obligaties de best presterende obligatiecategorie dit kwartaal. Hiermee zijn de koersverliezen van de eerste negen maanden van 2020 volledig weggewerkt.

Obligaties van opkomende landen

De verbeterde economische vooruitzichten van opkomende landen zag je in dit kwartaal ook terug in de koersen. Obligaties in opkomende landen in sterke valuta, zoals de US dollar, stegen met 4,1% en obligaties in lokale valuta stegen met 5,1%.


Om de coronacrisis het hoofd te kunnen bieden hebben veel opkomende landen in 2020 de rente verlaagd. Hiermee werd geprobeerd de economie te stimuleren. Een rentedaling verzwakt doorgaans de valuta van een land. Dit kan een bewuste keuze zijn om een betere exportpositie te krijgen. Voor beleggers kan dit nadelig zijn doordat het bezit (om­gerekend naar bijvoorbeeld euro’s) minder waard wordt.


In 2020 zijn obligaties van opkomende landen in lokale valuta dan ook de enige obligatie­categorie die 2020 negatief is geëindigd.

“Aan inflatie gekoppelde obligaties (wereldwijd) was de best presterende obligatiecategorie in 2020.”


Aan inflatie gekoppelde obligaties

In Europa daalde de kapitaalmarktrente dit kwartaal iets, dit was ook positief voor de categorie aan inflatie gekoppelde obligaties die in Europa met 3,4% en wereldwijd met 1,5% zijn gestegen. Een stijgende inflatie (verwachting) was er nauwelijks in 2020. Aan inflatie gekoppelde obligaties (wereldwijd) was de best presterende obligatiecategorie in 2020.

Netto rendement obligatiecategorieën

1 oktober 2020 t/m 31 december 2020


0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
1,2
0,1
2,0
2,5
5,5
6,4
4,1
5,1
3,4
1,5
Overheidsobligaties Europa 1,2%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,1%
Bedrijfsobligaties Europa 2,0%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,5%
Hoogrentende obligaties Europa 5,5%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 6,4%
Obligaties opkomende landen HC 4,1%
Obligaties opkomende landen LC 5,1%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,4%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 1,5%
0%
1%
2%
3%
4%
1,2
0,1
2,0
2,5
5,5
6,4
4,1
5,1
3,4
1,5
Overheidsobligaties Europa 1,2%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,1%
Bedrijfsobligaties Europa 2,0%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,5%
Hoogrentende obligaties Europa 5,5%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 6,4%
Obligaties opkomende landen HC 4,1%
Obligaties opkomende landen LC 5,1%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,4%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 1,5%
0%
1%
2%
3%
4%
1,2
0,1
2,0
2,5
5,5
6,4
4,1
5,1
3,4
1,5
Overheidsobligaties Europa 1,2%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,1%
Bedrijfsobligaties Europa 2,0%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,5%
Hoogrentende obligaties Europa 5,5%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 6,4%
Obligaties opkomende landen HC 4,1%
Obligaties opkomende landen LC 5,1%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,4%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 1,5%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
1,2
0,1
2,0
2,5
5,5
6,4
4,1
5,1
3,4
1,5
Overheidsobligaties Europa 1,2%
Overheidsobligaties wereldwijd 0,1%
Bedrijfsobligaties Europa 2,0%
Bedrijfsobligaties wereldwijd 2,5%
Hoogrentende obligaties Europa 5,5%
Hoogrentende obligaties wereldwijd 6,4%
Obligaties opkomende landen HC 4,1%
Obligaties opkomende landen LC 5,1%
Inflatie gekoppelde obligaties Europa 3,4%
Inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd 1,5%

Bron: Bloomberg / Morningstar