Analyse en beleggingsresultaten
In de ban van een recessie
De beurzen verkeren wereldwijd in de ban van een recessie. De vrees is dat veel economieën zullen krimpen als gevolg van het bestrijden van de torenhoge inflatie in veel landen.
“Door gevolgen van de forse renteverhogingen is het vertrouwen in de toekomst onder consumenten laag”
In Amerika en Europa hebben de centrale banken de korte rente fors verhoogd in een poging de inflatie in te dammen. Ze nemen daarbij eventuele economische gevolgen voor lief. Het vertrouwen in de toekomst onder consumenten is daardoor laag.
Er spelen vragen als: heb ik nog een baan als de economie verder krimpt? Wat gebeurt er met de huizenprijzen? Kan ik de energierekening blijven betalen? Deze onzekerheden zullen de consumentenbestedingen beïnvloeden. Tegelijk zijn de kosten voor veel bedrijven gestegen. Arbeidskosten zijn toegenomen, grondstofprijzen zijn hoog en de financieringskosten zijn opgelopen.
Rente stijgt fors, obligatiekoersen daalden
Zowel de korte rente als de lange rente is hard gestegen dit kwartaal. Door de renteverhogingen die de centrale banken hebben doorgevoerd is bijvoorbeeld het 12-maands Euribor-tarief in drie maanden tijd van 0 naar 2,6% gestegen. Maar ook op de kapitaalmarkt steeg de rente fors.
Deze renteontwikkelingen hebben de koersen van obligatiebeleggingen weer verder onder druk gezet. Gemiddeld daalden obligatiekoersen wereldwijd dit kwartaal met bijna 7%. Het verlies op jaarbasis is daarmee zelfs uitgekomen op een duizelingwekkende 20%. Lichtpuntje was dat de risico-opslag op risicovollere obligaties van bedrijven dit kwartaal wat afnam, waardoor de koersen van deze categorie beperkt daalden.
Aandelenkoersen houden herstel niet vast
Aandelenkoersen begonnen het kwartaal erg goed. Medio augustus was een deel van het jaarverlies weer weggepoetst. De bedrijfscijfers over het tweede kwartaal gaven over het algemeen nog geen signaal dat de winsten sterk onder druk zouden komen te staan. Maar in de loop van het kwartaal escaleerde de energiecrisis. Dit raakte vooral Europa hard door de afhankelijkheid van Russisch gas.
De zorgen over de hoge inflatie en een mogelijke recessie kregen de overhand. En in de meeste regio’s moesten aandelenkoersen de opgebouwde koerswinsten inleveren. Wereldwijd daalden aandelenkoersen met 0,6%. Vanwege de sterk gestegen US-dollar waren er in euro’s gemeten grote regionale verschillen.
Minder risico in de modelportefeuille
Een lichte recessie aan het eind van het jaar. Dat was voor ons de belangrijkste reden om het risico in de modelportefeuilles verder af te bouwen. We hebben een gedeelte van onze aandelenbeleggingen verkocht (aandelen in het beleggingsprofiel onderwogen) en daarvoor hebben we liquiditeiten toegevoegd. Wij zijn hiermee minder kwetsbaar voor een minder goede periode op de beurzen.
Waardeontwikkelingen van de beleggingen
Zowel de aandelen- als obligatiebeleggingen hebben dit kwartaal nog iets meer terrein moeten prijsgeven. Aandelenbeleggingen daalden vooral vanwege de opgelopen rente en de toegenomen recessieangst. De stijging van de US-dollar beperkte de daling van de aandelenbeleggingen in de modelportefeuilles. Obligatiekoersen daalden vanwege de rentestijgingen.
Verdere daling aandelenkoersen
“Door de ontwikkeling van de US-dollar waren er grote verschillen tussen de regio’s”
Bijna alle toonaangevende aandelenindices in de wereld hebben dit kwartaal een min laten zien. Groeiaandelen hebben dit kwartaal iets minder slecht gerendeerd dan waardeaandelen. Aandelenkoersen wereldwijd zijn over het derde kwartaal gemiddeld met 0,6% gedaald.
Door de ontwikkeling van de US-dollar waren er grote verschillen tussen de regio’s. Mede doordat de Fed de beleidsrente veel sterker heeft verhoogd dan andere centrale banken, is de aantrekkelijkheid van de US-dollar toegenomen. Ten opzichte van de euro steeg de US-dollar bijvoorbeeld met 6%. Voor Europese beleggers is daarom in de regio Noord-Amerika het rendement nog positief en in de andere regio’s negatief.
Regionale aandelenrendementen
1 juli 2022 t/m 30 september 2022
Europa
MSCI Europe Index
-4,1%
Europa bevindt zich in een moeilijke situatie. Veel Europese landen hebben te maken met een torenhoge inflatie. Vooral landen die sterk van energie-import afhankelijk zijn. Zo kwam in Nederland de inflatie in september zelfs uit op 17,1%, een historisch hoog percentage.
Om de inflatie in Europa te bedwingen heeft de ECB de beleidsrente op 8 september met 0,75% verhoogd. Ook kwam de aankondiging dat er nog meer renteverhogingen nodig zijn om de doelstelling van 2% inflatie in de toekomst te bereiken.
Door de renteverhogingen stokt de economische groei en dreigt er een recessie. Voor de ECB is het dus heel moeilijk manoeuvreren tussen rente verhogen en de kans op een recessie beperken. Aandelenkoersen in Europa zijn dit kwartaal met 4,1% gedaald.
Noord-Amerika
1,4%
MSCI North America Index
In de Verenigde Staten had het strenge monetaire beleid van de Fed zijn weerslag op de beurzen. Vooral door de boodschap dat ‘de rente net zo lang verhoogd zal worden’ totdat de inflatie onder controle is. En hierbij onvermijdelijke economisch gevolgen voor lief neemt. Dit was voor beleggers een nare boodschap. Vergelijkingen met begin jaren tachtig werden dan ook snel gemaakt. Destijds verhoogde Fed president Paul Volcker de rente zeer fors in een poging de hoge inflatie onder controle te krijgen. De werkloosheid steeg hard en de economie belandde tot twee keer toe in een diepe recessie. En ondanks dat de economische omstandigheden nu anders zijn, waren beleggers er niet gerust onder. Koersen van de Amerikaanse aandelenindices daalden. Toch stegen de aandelenkoersen in Noord-Amerika in euro’s gemeten gemiddeld nog met 1,4% in het derde kwartaal vanwege de sterke US-dollar.
Opkomende landen
-6,3%
MSCI Emerging Markets Index
Binnen opkomende landen was het vooral China dat slecht presteerde. Aandelenkoersen daalden met meer dan 10% door zorgen over de Chinese economie. De vastgoedsector in China zit in een crisis. Er zijn grote financieringsproblemen en de overheid heeft al meerdere keren moeten ingrijpen. Ook de zero covid policy raakt het bedrijfsleven. Bovendien is China afhankelijk van de groei van de wereldeconomie.
En met mogelijke recessies in onder andere de Verenigde Staten en Europa zijn de vooruitzichten minder rooskleurig. De aandelenkoersen in opkomende landen daalden gemiddeld met 6,3%.
Pacific
-2,8%
MSCI Pacific Index
De regio Pacific deed het relatief goed dit kwartaal. De aandelenkoersen zijn dit kwartaal gemiddeld met 2,8% gedaald en deden het daarmee iets minder slecht dan de andere regio’s. Opvallend was dat in Japan na tientallen jaren de inflatie nu al een aantal maanden boven target uitkomt. Alhoewel minder dan andere ontwikkelde economieën, heeft ook Japan last van de gestegen energieprijzen. Voor de centrale bank van Japan is de huidige inflatie echter nog geen reden om de stimuleringsmaatregelen voor de economie los te laten.
Bron: Bloomberg / Morningstar
Koersen obligaties dalen verder
“Wereldwijd daalden obligaties gemiddeld met bijna 7%. Dit was vooral in reactie op de renteverhogingen door centrale banken”
Rentestijgingen hebben de koersen van veel obligaties verder onder druk gezet. Wereldwijd daalden obligaties gemiddeld met bijna 7%. Dit was vooral in reactie op de renteverhogingen door centrale banken. De renteverhogingen hadden ook effect op de kapitaalmarktrentes. Vooral obligaties met een lange duratie werden geraakt.
Fed blijft de rente verhogen
De Fed heeft in september de beleidsrente weer met 0,75% verhoogd naar een bandbreedte van 3 tot 3,25%. Vooral de mededeling dat de rente de komende maanden nog verder verhoogd moet worden viel niet goed. Want de financiële markten rekenden erop dat de pauzeknop in de reeks renteverhogingen zou worden ingedrukt. Maar de renteverhogingen zijn nodig om de inflatie te bedwingen, aldus de Fed. De verwachting is dat voor eind 2022 de rente boven de 4% zal staan. En op de kapitaalmarkt blijft de inverse rentecurve, een belangrijke recessie-indicator, een zorg voor de toekomst.
ECB in een lastig pakket
Ook de ECB heeft de rente in september verhoogd. Dit was nodig om de torenhoge inflatie in Europa tegen te gaan. In Europa liggen renteverhogingen gecompliceerd. Het ene land kan een renteverhoging beter aan dan het andere door de verschillen in economische groei, de hoogte van de staatsschuld en de begrotingsdiscipline. De overheidsfinanciën in een aantal Zuid-Europese landen zijn kwetsbaar. Hierover zijn grote zorgen als de rente nog verder stijgt. Dat maakt het voor de ECB lastig om de rente sterk te verhogen. Om toch daadkrachtig over te komen heeft de ECB bij monde van president Lagarde aangekondigd ‘elke vergadering, op basis van data’ te beslissen of en hoeveel de rente verder verhoogd moet worden. De ECB hield haar kruid dus verder nog even droog.
“De koersdalingen van overheidsobligaties waren door de rentestijgingen aanzienlijk”
Overheidsobligaties
De kapitaalmarktrente is dit kwartaal in veel landen sterk gestegen. In Duitsland steeg de 10-jaars rente 1,5% tot 2,1%. De negatieve rente ligt alweer in een ver verleden. In de Verenigde Staten kwam de rente zelfs even tot boven de 4% om op 3,8% te sluiten. De koersdalingen van overheidsobligaties waren door de rentestijgingen aanzienlijk. Overheidsobligaties daalden in Europa 5,1% en wereldwijd 3,7%.
Bedrijfsobligaties
Het beeld van overheidsobligaties gold ook voor bedrijfsobligaties. Rentestijgingen zorgden voor koersdalingen van 3,1% voor Europa. Wereldwijd daalden koersen met 5%. De risico-opslag voor bedrijfsobligaties bleef nagenoeg stabiel. Beleggers zien vooralsnog geen toegenomen risico voor bedrijven.
Hoogrentende obligaties
Obligaties van risicovollere bedrijven vergoeden vaak een hogere rente. Ook is de looptijd vaak kort. Daarom zijn hoogrentende obligaties minder kwetsbaar voor rentestijgingen. De vergoeding voor het hogere risico, de spread, daalde dit kwartaal iets. Daarom bleef de koersdaling voor deze categorie beperkt tot 0,2% voor Europa en 2,1% wereldwijd.
Obligaties van opkomende landen
Obligaties van opkomende landen kunnen we onderscheiden in obligaties waarvan de rentebetaling en de aflossing in sterke valuta (vaak de US-dollar) plaatsvinden, en waarbij dit in de lokale valuta gebeurt. De US-dollar is dit kwartaal wederom meer waard geworden tegenover veel andere munteenheden. Hierdoor zijn obligaties in sterke valuta met 4,7% in waarde gedaald. Obligaties in lokale valuta zijn door de US-dollarstijging juist goedkoper en daarmee aantrekkelijker geworden. De koersen van deze obligaties stegen gemiddeld dan ook met 1,7%.
Aan inflatie gekoppelde obligaties
Ook deze categorie werd hard geraakt door de gestegen nominale rente. In Europa daalden de koersen met 5,0%. De ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk troffen de wereldwijde categorie nog eens extra. Uit het begrotingsvoorstel van de nieuwe premier Truss bleek dat de staatsschuld enorm zou toenemen. Hierdoor ontstond paniek op de kapitaalmarkt en steeg de rente met bijna 2%. Mede door de paniek daalde de wisselkoers van het Britse pond fors tegenover veel andere valuta. Obligaties uit het Verenigd Koninkrijk zijn daarom flink in waarde gedaald. Aan inflatie gekoppelde obligaties wereldwijd met 6,3% gedaald.
Netto rendement obligatiecategorieën
1 juli 2022 t/m 30 september 2022
Bron: Bloomberg / Morningstar