Vooruitzichten obligatiemarkten

De kapitaalmarktrente is in veel ontwikkelde landen erg laag. In sommige landen die als zeer kredietwaardig worden beoordeeld, bijvoorbeeld Duitsland, schommelt de rente rond de 0%. Dit betekent dat veel overheidsobligaties geen tot nauwelijks rendement opleveren. Bij bedrijfsobligaties is de vergoeding afhankelijk van het risico dat je als belegger wilt nemen. Wij vertrouwen daarom op een combinatie van beide; obligaties van sterke kredietwaardigheid als zekerheid (laag risico) en obligaties met een risicovoller karakter voor het mogelijk hogere rendement.

Weging obligaties

We verwachten geen grote renteveranderingen, gezien de economische verwachtingen en de inflatie die nog steeds laag is. Bij de huidige lage rente is het rendementsperspectief beperkt. Wij handhaven de lagere weging van de categorie obligaties.

Overheids- en bedrijfsobligaties

De lange rente is in veel landen erg laag. In een aantal landen in Europa is de rente bijna nul procent of zelfs negatief. Het rendementsperspectief is hierdoor beperkt. Obligaties van financieel sterke bedrijven vergoeden een iets hogere rente dan overheidsobligaties; die hebben daarom onze voorkeur. Maar we kunnen niet uitsluiten dat de rente nog verder daalt; de economische verwachtingen in veel landen zijn namelijk minder goed. Hierdoor kan er ook rendement behaald worden op overheidsobligaties.

‘In een aantal landen in Europa is de rente bijna nul procent of zelfs negatief. Het rendements­perspectief is hierdoor beperkt.’

Hoogrentende obligaties

Als rente stijgt, bieden hoogrentende obligaties vaak een beetje bescherming. Wij verwachten dat niet alleen de rente laag blijft, maar ook dat de risicopremie vooralsnog niet sterk aantrekt. Daarom is de hoge vergoeding op deze obligaties nog steeds erg aantrekkelijk.

Inflatie gekoppelde obligaties

Deze categorie is momenteel minder in trek, doordat de inflatieverwachtingen nauwelijks toenemen. Wel profiteren inflatie gekoppelde obligaties meer dan gemiddeld van een dalende rente, door de lange looptijden. Wij handhaven het belang in deze obligaties.

Regionale verdeling obligaties

per 31 maart 2019 van Wereld Portefeuille

11,2%
Opkomende landen
8,7%
Pacific
33,4%
Noord-Amerika
46,7%
Europa
11,2%
Opkomende landen
8,7%
Pacific
33,4%
Noord-Amerika
46,7%
Europa
11,2%
Opkomende landen
8,7%
Pacific
33,4%
Noord-Amerika
46,7%
Europa
Europa
Noord-Amerika
Pacific
Opkomende landen
11,2%
Opkomende landen
8,7%
Pacific
33,4%
Noord-Amerika
46,7%
Europa

Europa

De kans op hogere rentes is voorlopig van de baan, doordat de ECB in maart de verwachtingen voor de economische groei naar beneden bijstelde. Het is mogelijk dat gesprekken met Italië over nieuwe bezuinigingsmaatregelen de rentes binnen Europa uit elkaar laten lopen. De spread (het verschil) tussen de Duitse en Italiaanse rente kan dan weer oplopen. Wij beleggen daarom beperkt in obligaties uit Zuid Europa.

Noord-Amerika

De economische vooruitzichten zijn minder positief en de FED heeft de verwachtingen bijgesteld. Beleggers gaan niet langer uit van een renteverhoging in 2019. Daardoor is de kapitaalmarktrente verder gedaald en zijn de risico's voor obligaties in de Verenigde Staten afgenomen.

Pacific

In de Pacific zijn de omstandigheden niet gewijzigd. De extreem lage rente in Japan houdt voorlopig aan en de kansen in de regio voor obligatiebeleggingen zijn zeer beperkt.

Opkomende landen

Wij verwachten dat China en de Verenigde Staten binnenkort een handelsovereenkomst zullen sluiten. Hierdoor neemt de aantrekkelijkheid van obligaties uit opkomende landen toe. De economische groei, die hoger is dan gemiddeld, zorgt ervoor dat de rentevergoeding aantrekkelijk is. Voor de komende tijd zien wij kansen voor zowel obligaties in lokale valuta's als obligaties die gekoppeld zijn aan de USD. Wij houden daarom vast aan onze voorkeur voor obligaties uit opkomende landen.