Risicovollere obligatiebeleggingen onder druk
Doordat de kapitaalmarktrente in veel landen daalde, was er een kleine plus in de koersen van overheidsobligaties. Maar de verwachting dat het in 2019 economisch iets minder gaat, had wel effect op de risicovollere obligatiebeleggingen. Zowel de volatiliteit (beweeglijkheid) van de koersen als de risicopremie liep op. Hierdoor daalden in het vierde kwartaal de koersen van de meeste andere obligatiecategorieën.
Hoogrentende obligaties
De angst bestaat dat financieel minder sterke bedrijven het moeilijker krijgen als de economische groei afneemt. Deze bedrijven moeten door de opgelopen risicopremie vaak een hogere rente betalen bij de uitgifte van nieuwe leningen. Door het oplopen van de risicopremie daalden de koersen van hoogrentende obligatie met circa 3,6%.
Kleine daling bij bedrijfsobligaties
Dit kwartaal zijn de koersen van de meeste bedrijfsobligaties licht gedaald. Een uitzondering was de sector financiële instellingen. Daar daalden de koersen circa 3% vanwege de minder goede bedrijfsresultaten en de vlakke rentecurve (als de rentes bij verschillende looptijden dicht bij elkaar liggen, is het moeilijker voor financiële instellingen om winstgevend te zijn). Koersen van bedrijfsobligaties daalden met 0,6%.
‘Doordat de kapitaalmarktrente daalde, stegen de koersen van de meeste overheidsobligaties.’
Overheids- en aan inflatie gekoppelde obligaties
Doordat de kapitaalmarktrente daalde, stegen de koersen van de meeste overheidsobligaties. Het rendement op overheidsobligaties was 1,5%. Veel aan inflatie gekoppelde obligaties zijn overheidsobligaties, hebben een langere looptijd en zijn daardoor rentegevoeliger. Omdat de kans op inflatie dit kwartaal wat is afgenomen, stonden de koersen van aan inflatie gekoppelde obligaties iets onder druk. Koersen daalden met 0,4%.