Vooruitzichten obligatiemarkten

De vooruitzichten voor obligatiebeleggingen zijn nauwelijks gewijzigd. Overheids- en bedrijfsobligaties kunnen wat onder druk komen als de kapitaalmarktrente blijft stijgen. De kans daarop is niet erg groot omdat de economische groei in veel ontwikkelde landen iets afvlakt. Aan inflatie gekoppelde beleggingen zijn minder kansrijk, omdat de inflatieverwachtingen niet toenemen. Vooralsnog blijft ondanks de groeiende economie looninflatie uit.

Weging obligaties

De algemene vooruitzichten voor obligaties blijven beperkt. De kans op een hogere rente drukt de rendementsverwachtingen. Wij handhaven dan ook de lagere weging van deze categorie.

Overheids- en bedrijfsobligaties

Doordat de rente iets kan stijgen kunnen overheids- en bedrijfsobligaties wat onder druk komen. De lage coupon op deze obligaties biedt weinig compensatie. Wel hebben deze obligaties doorgaans een hoge kredietwaardigheid en lijkt de kans op het oplopen van de risicopremie klein. Daarom zijn deze obligaties toch een goede aanvulling in een portefeuille.

Hoogrentende obligaties

Omdat de kans groot is dat de rente niet of beperkt stijgt, is de rendementsverwachting voor de hoogrentende obligaties iets toegenomen. We verwachten niet dat de risico-opslag, de extra vergoeding ten opzichte van overheidsobligaties, op korte termijn stijgt. De hogere vergoeding van deze obligaties en de kortere looptijden bieden dan een mooie compensatie in tijden van rentestijgingen. Daarbij is het faillissementsrisico relatief laag. Het hogere kredietrisico moet echter wel nauwlettend gemonitord worden als vooruitzichten wijzigen.

Regionale verdeling obligaties

per 30 september 2018 van Wereld Portefeuille

Europa

Hoewel wij verwachten dat de situatie in Italië niet escaleert, is de hoge rente op overheids­obligaties een reden tot zorg. De hoge rente zorgt voor fors hogere rentelasten en een lagere kredietwaardigheid van Italië. Het zorgt ook voor een verdere tweedeling van Europa: de rentes in Zuid-Europa stijgen, terwijl ze in Noord-Europa juist dalen. Dit is een zorg voor heel Europa en beperkt het rendements­vooruitzicht.

Noord-Amerika

In de Verenigde Staten zien we dat de korte rente en de lange rente dicht bij elkaar liggen. Als de korte rente hoger wordt dan de lange rente, kan dat een slecht teken zijn. In het verleden is dat vaak de voorbode van een economische recessie geweest.


Wij denken echter dat de lange rente te laag staat ten opzichte van de economische groei. Dit komt door het effect dat opkoop­programma’s de laatste jaren hebben gehad. Wij verwachten dan ook geen sterk stijgende lange rente en geen economische recessie in de Verenigde Staten en handhaven onze weging.

Pacific

In de Pacific is Japan voor obligaties het belangrijkste land. De vooruitzichten voor obligaties in Japan zijn echter al langere tijd beperkt. Voornaamste oorzaak is dat de Bank of Japan de rente laag houdt en een zeer belangrijke rol speelt met de gestructureerde aankoop van grote pakketten beleggingen. Dit zorgt ervoor dat er nauwelijks beweging in de koersen op de obligatiemarkt is en de rendementsverwachting laag blijft.

Opkomende landen

Na een periode waarin obligaties uit opkomende landen onder druk stonden, is er de komende maanden ruimte voor herstel. Hierbij gaan wij ervan uit dat het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China niet verder zal escaleren. Wij zien ook geen bedreiging van het rentebeleid in de Verenigde Staten. Veel obligaties uit opkomende landen zijn uitgegeven in dollars. En omdat de FED transparant is over de voorgenomen rentestappen voor dit en volgend jaar zien we daarin voorlopig geen bedreiging.


De hoge economische groei in veel opkomende landen is positief. Wij verwachten niet dat de uitstroom van vermogen uit opkomende landen zo hoog blijft als in de afgelopen maanden. Daarom is het perspectief voor obligaties uitgegeven in lokale valuta’s ook iets verbeterd.