Negatief rendement op de obligatiemarkten
Overheidsobligaties en hoogrentende obligaties daalden dit kwartaal het meest. De politieke onrust in Europa heeft ertoe geleid dat het renteverschil tussen Noord- en Zuid-Europa verder oploopt. Een belangrijke reden daarvoor was de onzekerheid in Italië. Alle obligatiecategorieën laten dit kwartaal kleine dalingen zien.
Overheidsobligaties
Er was veel verschil in rendement tussen Noord- en Zuid-Europese overheidsobligaties. In Italië wekte de nieuwe regering de indruk niet alle schulden te willen terugbetalen. De onzekerheid hierover heeft voor hogere rentes in geheel Zuid-Europa gezorgd. Koersen van obligaties in deze landen daalden daardoor. Hoewel Italië snel op haar schreden terugkeerde, zochten beleggers hun heil in obligaties van economisch sterke en politiek meer stabiele landen. Daar daalde de rente dan ook iets. Gemiddeld daalden de koersen van Europese overheidsobligaties met 0,9%.
Koersen bedrijfsobligaties stabiel
De categorie bedrijfsobligaties bleef dit kwartaal stabiel. Het extra risico van bedrijfsobligaties ten opzichte van overheidsobligaties is nauwelijks veranderd. Het rendement was 0,3% negatief.
Hoogrentende obligaties
De risicomijdende houding van beleggers was ook zichtbaar in de waardeontwikkeling van hoogrentende obligaties. Hoewel de hoge couponbetalingen van deze obligaties het hogere kredietrisico compenseren, daalden de koersen 0,9%.