Vooruitzichten obligatiemarkten
De ECB continueert zijn beleid. Dat betekent dat de korte rente in Europa tot medio volgend jaar niet zal stijgen. Omdat de economie niet sneller groeit dan verwacht, blijft ook de lange rente op het huidige lage niveau. Wij zien dan ook geen aanleiding onze posities te wijzigen.
Rente blijft voorlopig laag
In Europa blijft de korte rente laag tot medio 2019. Een risico is dat individuele landen zorgen voor forse rentebewegingen. In Italië steeg de rente fors door berichtgeving over de schuldenpositie; dat had ook effect op andere Zuid-Europese landen. Maar omdat de Europese rente laag blijft, lijkt het risico beperkt.
Lagere weging obligaties
Wij handhaven de lagere weging dan het standaard percentage van obligaties in het beleggingsprofiel. Wij zien beperkt kansen voor obligaties. Deze lagere weging beperkt enigszins het effect van koersdalingen door rentestijging. Daarnaast is in veel regio’s het rendementsperspectief beperkt.
Overheids- en bedrijfsobligaties
De vooruitzichten voor overheids- en bedrijfsobligaties zijn niet veel veranderd. De lage rentestand zal op korte termijn niet veranderen, waardoor het rendement op overheidsobligatie laag is. Bij bedrijfsobligaties zien we dat de risico-opslag is toegenomen. Dit blijft een aandachtpunt maar vormt geen reden tot zorg. Wij handhaven dan ook onze voorkeur voor bedrijfsobligaties boven overheidsobligaties.
Inflatiestijging niet verwacht
De inflatieverwachtingen in Europa blijven gematigd. Zolang de economie niet harder groeit, blijft de inflatie onder het gewenste niveau van de ECB. Stijgingen veroorzaakt door hogere energieprijzen zijn van tijdelijke aard. Om het risico van inflatie te beperken, handhaven wij onze positie in beleggingen die aan de inflatie zijn gekoppeld.
Hoogrentende obligaties
Het perspectief voor obligaties met meer risico is afgenomen. Hoewel deze obligaties een hogere vergoeding geven en daarmee het risico van rentestijging compenseren, zijn deze obligaties minder aantrekkelijk geworden.